Veldonderzoek Zaterdag 22 Oktober 2005

Na het verschijnen van het boek Missing in Action is er alleen maar meer en meer onderzoek gedaan naar alles wat met de "Jolly Duck" te maken heeft. Mede dankzij het internet is er een enorme berg informatie ontdekt. Er waren al eens eerder veldonderzoeken gedaan naar onderdelen van de bommenwerper, dit heeft ook al vondsten opgeleverd al is zijn deze in slechte staat. Op dit moment maken deze vondsten deel uit van de collectie van het Stadsmuseum Zoetermeer. Ook is er door een andere "groep" mensen al eens gezocht en die hebben een deel gevonden van de romp wat ter hoogte van de bomdeuren zat. Bij het opgraven van het deel hebben ze een stuk afgebroken omdat ze het er niet uit kregen door de zuigende werking van de natte kleigrond. Ons doel van deze Zaterdag 22 Oktober 2005 was dan ook het terugvinden van het achtergelaten stuk wat nog ergens diep in de grond moest zitten. Nadat we toestemming hebben gekregen van de eigenaar van de boerderij Dhr. Jan Groenewegen konden wij alles in gang zetten om ons te richten op een mooi veldonderzoek. Niet alleen het deel wat nog in de grond zat is deze dag gevonden, in het verslag hieronder kunt u lezen hoe deze dag is verlopen. Er zijn van deze dag veel foto's gemaakt, het grootste deel van de foto's is gemaakt door Ed Stevenhagen en tijdens het opzetten van deze website zouden we samenkomen om alle foto's die we hadden te selecteren en gebruiken voor deze website. Helaas is Ed in Augustus 2014 overleden en zijn wij niet alleen Ed kwijt maar ook een hoop foto's van alle veldonderzoeken. Een aantal van zijn foto's heeft hij bewerkt met Photoshop, deze hebben wij ook geplaatst als een soort eerbetoon aan Ed. Deze foto's heeft Ed bewerkt omdat het ook een hobby van hem was, uiteraard is al ons onderzoek een uiterst serieuze aangelegenheid.

Aanwezig bij dit eerste veldonderzoek waren:

Maarten Havinga, Louis van den Burg, Ed Stevenhagen, Jeroen de Bruijn, Johan Koster en Erik Koster 

Weersomstandigheden:

Matige wind uit het Zuidwesten, rond de 11 graden en zwaar bewolkt.

Rond 09:00 in de ochtend is iedereen bij elkaar gekomen om op deze iewat grauwe dag, een begin te maken met de opgraving naar het achtergelaten deel wat nog in de grond zit. Na een kop koffie zijn we begonnen met het uitzetten van "put" van ongeveer 1,2 meter bij 1,2 meter. Jan Groenewegen had door middel van een paaltje al aangegeven waar het stuk zich ongeveer zou moeten bevinden. De grond is nat en zwaar maar absoluut geen reden niet met vol enthousiasme onder het geintereseerde oog van Jan Groenwegen en Louis van den Burg te beginnen aan het graafwerk. Al op de eerste centimeter stuitten we op "blokjes" aluminium die door de grond al zijn verteerd tot gruis, je kon nog wel mooi de afdrukken zien in de grond. Er werd ook continue met de metaaldetector (C-Scope 550) gezocht in de put, dit leidde halverwege de dag tot de vondst van een "surge-valve" van het Hydraulisch systeem. Simpel gezegd, een overdruk ventiel.Vlak naast het overdurk ventiel lag ook nog een deel van de hydraulische leiding. Rond 13:00 werd het tijd om te lunchen, Jan Groenewegen gaf ons toestemming om in de boerderij te gaan zitten. Wij hebben daar in de oude woonkamer genoten van belegde broodjes, koffie en melk en waren ook diep onder de induk van de boerderij, de plek waar alles naast gebeurde. Na het bekijken van de oude kaaskelder, waar de gewonden van de beschieting in zijn opgevangen, werd het tijd om verder te gaan. Intussen waren we op een diepte van ongeveer een meter en het grondwater gutste letterlijk rond, door middel van een emmer en een bakje konden we enigzins nog wat water weg hozen. Inmiddels is de dikke vette kleigrond bereikt en doemt er een U-vormig stuk alluminium op, we zijn bij het stuk aangekomen. Aangezien graven met een schep werkelijk waar niet te doen is, is er verder gegaan met een troffel en met de hand. Ieder stuk klei wat we we haalde werd vervangen door water, er was eigenlijk niet op te boksen tegen het water en het was dus ook echt op gevoel om het stuk aluminium schoon en vrij te krijgen. Na een uur tot bijna aan de oksels in het (ijs)koude modderwater te hebben gezeten liet het land eindelijk het deel los. En wat voor een deel, de groen-grijze verf zit nog aan de binnenkant van de 2 mm dikke "huid" van de B24, aan de onderkant van het deel zit een stuk klei wat is "versteend" door de impact waarmee het stuk aluminium de grond in is gedrukt. Ook het U-profiel is aan de onderzijde helemaal gedraaid en afscheurd tijdens de crashlanding. Dichter bij deze gebeurtenis op 22 Februari 1945 kom je eigenlijk niet. Ed en Louis ontfermen zich over het vers opgegraven stuk en Maarten, Jeroen, Johan en Erik dichten ondertussen de put nadat er nog goed met de metaaldetector is gecontroleerd of alles weg is. Na het dichtgooien is het tijd voor een frisdrank en een kleine pauze. Een 20 minuten later is het tijd om nog even met de metaaldetector over de plek te gaan waar de romp van het toestel uiteindelijk heeft gelegen. Al bij het eerste signaal was het raak en kwam er een soort aluminium dekseltje te voorschijn met het nummer 439 A(?) erop gedrukt, vlak naast het deskeltje lag een afgebroken .50 caliber patroon waarbij na het schoonmaken bleek dat er nog kruit in de huls zat! Uiteindelijk bleven er onderdelen tevoorschijn komen maar werd het ook tijd om op te ruimen en huiswaarts te gaan. Het was voor ons duidelijk, hier zijn wij echt nog lang niet klaar! Rond kwart over vijf is alles ingepakt en gaat iedereen na een dag vol met mooie resultaten huiswaarts. Hieronder vind u enkele foto's van deze dag.